9789072216830

In 1999 bracht de Amersfoortse fotograaf Pieter zijn boek ‘Cuba, gebogen niet gebroken’ uit.  Het ‘gebogen’ uit de titel duidt niet op nederigheid, maar juist op veerkracht. Het meebuigen is volgens Griffioen voor de Cubanen de enige mogelijkheid om het vol te houden. Als Griffioen het over Cuba heeft, heeft hij het over de Cubanen. Over de mensen van het land. In Pieters werk staat de mens altijd centraal; nieuwsgierigheid naar wat de mens doet, naar wat hem of haar beweegt, drijft hem in de zoektocht naar foto’s.

Pieter kreeg de liefde voor de fotografie mee van een docent op de middelbare school die vooral kerken en orgels fotografeerde. Al op jonge leeftijd ging hij ook aan de slag en maakte statische foto’s van de omgeving waar hij opgroeide. In zijn studietijd maakte hij reportages en zo verdiende hij zijn eerste professionele camera bij elkaar. Nadat hij lid werd van de werkgroep fotografie van de Stichting Sinus richtte hij zich op het buitenland en kwam zijn werk in een stroomversnelling terecht. Zijn scholing kreeg hij bij Marrie Bot, bij Frans de la Cousine en Paul den Hollander. Met uiterste precisie zijn de beelden in zwart-wit gecomponeerd.

In 1993 publiceerde Pieter zijn boek ‘China in het voorbijgaan’. In China zag hij zichzelf als een voorbijganger en toen hij in 1995, 1996 en 1998 met zijn camera door Cuba trok voelde hij zich weer zo’n bezoeker. In zijn boek schrijft hij over de Cubanen, die toch jarenlang het onderwerp van zijn foto’s waren: “Na drie reizen (…) per bus, trein, vouwfiets en te voet blijft een gevoel van ongeloof en verkniptheid, maar ook van diepe warmte en genegenheid voor dit volk in deze tijd van zware beproeving.”

Deze presentatie wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Cuban Cultural Ventures

Blijf op de hoogte van al onze activiteiten!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Fotografencafé Amersfoort Privacy Policy.